De juiste profieldiepte voor je band

De profieldiepte van een band is een van de belangrijkste veiligheidskenmerken van de band en moet regelmatig worden gecontroleerd. In Nederland heeft de RDW een minimale profieldiepte van 1,6 mm voorgeschreven, maar voor je eigen veiligheid kun je hier maar beter niet te diep tegenaan zitten. Als een band op een bepaald punt 1,6 milllimeter heeft, kan het zijn dat de band op andere vlakken al verder versleten is. Deskundigen en testorganisaties bevelen een dieper profiel aan, omdat de banden het enige contact met het wegdek van de auto zijn. Verliest het voertuig zijn grip op de weg vanwege problemen met de banden, is het oncontroleerbaar, met ernstige gevolgen, zelfs op lage snelheden.

Wettelijke profieldiepte: 1,6 mm

Voor het wegverkeer zijn alleen banden met een profiel toegestaan. Banden zonder profiel, zogenaamde slicks, zijn verboden op de openbare weg. Experts in binnen en buitenland zijn het er unaniem over eens dat de veiligheid al in het geding kan komen met een nog goedgekeurd profiel van 1,6 millimeter. Iedereen die met nog minder loopvlak op zijn banden wordt betrapt, krijgt een boete van minimaal 140 euro (1 band). Daarnaast loop je het risico niet verzekerd te zijn bij een ongeval.

Voldoende profiel beschermt tegen aquaplaning

Een natte weg is natuurlijk een stuk gladder dan een droge. Dit is te wijten aan de lagere wrijvingscoëfficiënt, waardoor de remweg langer wordt. Pas in de jaren zestig, met toenemende motorisering en hogere snelheden, merkten bandenfabrikanten een fenomeen op waarbij water zich verzamelde voor een rollende band en vanwege het loopvlak niet snel genoeg opzij kon worden geduwd. Het op deze manier opgeborgen water duwt vanaf de voorkant wigvormig onder de banden. Het contactoppervlak van de band neemt af, wat leidt tot verlies van grip. De band zweeft als het ware op het water, er kan geen controle meer op uitgeoefend worden. Hierdoor bestaat er een acuut slipgevaar. Het profiel functioneert daarom als afvoer van het water. Het water wordt naar de zijkanten verplaatst. Hoe groter het profiel, hoe minder kans op aquaplaning. Om een algemene opeenhoping van water voor de band te voorkomen, is het ook aan te raden om de snelheid aanzienlijk te verminderen als het regent.

Afbeelding: Niteshift @wikimedia.org (CC BY-SA 3.0

Aanbevolgen profieldiepte zomerbanden: 3mm

Volgens de ANWB, neemt de grip van een band in de regen aanzienlijk af vanaf een profieldiepte van 4 mm. De experts hebben jarenlange ervaring met bandentesten en adviseren voor zomerbanden een profieldiepte van minimaal 3 mm.

Aanbevolgen profieldiepte zomerbanden: 4mm

De minimale profieldiepte van 4 mm aanbevolen door de ANWB voor een winterband is zelfs wettelijk vereist in Oostenrijk. Het diepe profiel met zijn duidelijke gripranden wordt meestal aangevuld met een soort lamellen, die een optimale verbinding met de grond in sneeuw en ijs mogelijk moeten maken. Als het loopvlak versleten is, zijn de lamellen meestal niet meer beschikbaar, waardoor je twee belangrijke kenmerken van een winterband verliest. Ten slotte kan, afhankelijk van de band, de rubbersamenstelling veranderen naarmate het loopvlak verder wordt kleiner wordt.

Afbeelding: Fahi @wikimedia.org (CC BY-SA 3.0)

Profieldiepte meten

De meest makkelijke manier om de profieldiepte te meten, is met een profieldieptemeter. Deze steek je simpelweg tussen het profiel. Een populair en bijzonder goedkoop hulpmiddel is de rand van een muntstuk van één euro. Deze is precies 3 mm breed en moet daarom altijd volledig bedekt zijn bij het controleren van het bandenprofiel met de munt. Als dit niet langer het geval is, wordt aanbevolen de band te vervangen. Dit oordeel kan ook grofweg gebaseerd zijn op mogelijke slijtage-indicatoren. Dit zijn kleine staafjes die in het loopvlak van de band zijn ingebed en meestal 1,6 mm hoog zijn. Kleine driehoekjes aan de zijkant van de band met het opschrift TWI (Tread Wear Indicator) geven dit aan. Het meten van de profieldiepte in concrete termen is echter de veiligere methode.